Vier dagen na de ondertrouw in Amsterdam, op 19 december 1641, verleent de chirurgijn Sasbout Cornelisz. Souburgh toestemming aan zijn dochter Willemina Sasbout om voor commissarissen van huwelijkse zaken van Amsterdam huwelijksgeboden aan te tekenen met “Cornelis Groenevelt jongman mede woonende alhier”, en daarna met hem te trouwen. Hij staat op het punt om naar Den Haag te vertrekken (1). Dat de huwelijksvoltrekking in Den Haag plaatsvindt, blijkt ook uit de aantekeningen bij de ondertrouw in Amsterdam op 15 december.
1) “Op huijden den 19 december anno 1641 compareerde voor mij Cornelis Tou not[ari]s in presentie vande nabeste getuijgen Sasbout Cornelisz. Souburch operateur ende steensnijder binnen deser stede mij Notario bekent staende op sijn vertreck nae Den Haege. Ende verclaerde hij comp[aran]t bij desen te consenteren ende wel te vreden te sijn dat Willemina Sasbouts sijn comparants dochter sal compareren voor de Heeren commissarissen der huwelyxe saecken binnen deser stede ende alsdaer te ver.. dat denselven sijnen dochter gebooden ver… ende gegeven sullen worden om met Cornelis Groenevelt jongman mede woonende alhier sollemneel te trouwen. Verspreckende dergenen[?] hij comp[aran]t bij desen dat de voornoemde Heeren commissarissen gelieven de Voors[ijde] gebooden te laten voortgaen, Geloovende daertegens niet te doen noch te gedogen gedaen te worden in geenderley manieren onder verbant als n… Alles oprecht gedaen t’Amsterdam te presenteren van Hendrick Vos ende Willem Willems als getuigen.” Uit: Stadsarchief Amsterdam, NAA 1421, p. 1175 (oud f. 105v), 19 december 1641. Notaris Cornelis Touw.