1650, 29 juni. Wrocław (Breslau)

Elias Maior (1588-1669), rector van het Elisabeth-gymnasium van Breslau (tegenwoordig: Wrocław, Vratislavia in het Latijn), maakte gedurende de jaren 1640-1669 aantekeningen in het Latijn van dagelijkse gebeurtenissen. De reeks almanakken met zijn aantekeningen was in 1904 in het bezit van de stadsbibliotheek van Breslau. Op 29 juni 1650 maakte hij melding van de olifant. Max Hippe heeft in 1904 deze aantekening als volgt vertaald: “(…) wenn bei einem Jahrmarkt das Fabeltier, der Elephant, für zwei Silbergroschen Eintrittsgeld leibhaftig zu sehen war” (1). De jaarmarkt in Breslau heette naar Johannesdag. 24 juni was de geboortedag van Johannes de Doper.

Valentin Kleinwächter (1607-1661), eveneens rector in Breslau maar dan van het Magdalenaeum-gymnasium, heeft naar aanleiding van het bezoek van Hansken aan Breslau in 1650 twee geschriften gepubliceerd. De eerste is getiteld Elephas Brutum non-brutum. Uit de volledige titel van dit drukwerkje blijkt dat het inderdaad gaat om een voorstelling van de olifant tijdens de jaarmarkt van Breslau (2). Het tweede drukwerk betreft een uitnodiging om op 25 augustus 1650 naar een voordracht over de olifant te komen luisteren in het Magdalenaeum-gymnasium. Kleinwächter kent de naam van de olifant (Hansellus, Latijn voor Hansken). Het drukwerk eindigt met een eerder geschreven lang gedicht van een vriend van Kleinwächter waarin Hansken uitgenodigd wordt naar Breslau te komen (incipit: “Cur non ad nostram vis hâc visere Breslam”) (3). De voordracht werd uitgevoerd door Kleinwächters leerlingen. Een van hen was de toen 15-jarige Daniel Casper von Lohenstein (1635-1683) (4).

1) M. Hippe, ‘Volkstümliches aus einem alten Breslauer Tagebuche’, in: Mitteilunden der Schlesischen Gesellschaft für Volkskunde 6 (1904), pp. 79-85. De mededeling over de olifant op p. 83. Het dagboekdeel voor het jaar 1650, dat werd bewaard in de universiteitsbibliotheek van Wrocław onder signatuur R 2349, is mogelijk verloren gegaan tijdens de Tweede Wereldoorlog.

2) Elephas Brutum non brutum a Justo Lipsio Cent. I. Miscell. Epist. L. ex Plinio et Aliis (…) Vratislaviae Nundinis Anni MDCL. Johannaeis, Quibus ejusmodi talis, ex Zeilan, Indiae Orientalis Insulâ, advectus, vix viginti Annos natus, & toties ferè variantibus, iisq miris Modis exercitaus, publico Spectaculo producebatur, in Gratiam & Commodum Studiosae Juventutis, exprimi seorsum curavit, cum Notis. M. Valent. Kleinwechterus. Vratislaviæ Exprimebat Gottfridus Gründer.

3). M. Val. Kleinwechterus, Elephas Animalium maximum, proximumque humanis Sensibus; ad ductum Epistolae Lipsianae, quae Cent. 1. Miscell. L. est; Oratione vorsa a quibusdam Poeticae Tironibus ad D. XXV. Augusti Horis ab VIII. Matutinis, in Gymnasio Magdalenaeo Iaudandus. / Exprimebat Vratislaviae Typis Baumannianis Gottfridius Gründer. Hiervan is de titelpagina afgebeeld in: I. Faust, Zoologische Einblattdrucke und Flugschriften vor 1800, 2 (Stuttgart 2002), nr. 659 (p. 327). Dit exemplaar bevindt zich in de Bayerische StaatsBibliothek (Res/Slg.Faust 157) en is online raadpleegbaar.

In dit werk wordt als volgt naar Hansken verwezen: “Certe, de mire docili, & facile flexili Elephantis Ingenio, fidem Nobis abunde fecit, qui ex Zeilan, Indiae orientalis praecipua Insula advectus, in nuperis Nundinis Johannaeis, publico specatculo prducebatur Hansellus (id enim et Nomen dabatur,) Elephas. Is, quam varia Artis specimina edere potuerit, nemo non adhun meminit, qui suis oculis vidit. Libet illa in Rei Memoriam, & nostrae Inventuti in Exemplum, brevi comprehensa Elegidio, quod eo tempore ad Amicum quendam perscripsi, hic subjicere. Ita verp id sese habet:

Cur non ad nostram vis hac vice visere Breslam,

Meq; baere meae, dulcis Amice, domi?

Vise lubens, & quod nunquam Silesia vidit,

Nobiscum laeta Mente videre, para.”

[Enz.]

4) Vergelijk hierover: C. Müller, Beiträge zum Leben und Dichten Daniel Caspers von Lohenstein, Hildesheim en New York, 1977, p. 15.