In 1646 is Hanksen in Nederland. Burgemeester Ernst Brinck schrijft dat de olifant, die “nu enige jaren in dit land is geweest”, in 1646 van stadhouder Frederik Hendrik een “anker” brandewijn kreeg om op te drinken. Hansken drinkt graag alcoholische dranken. Ditmaal is het zoveel dat het dier er helemaal laveloos van werd (1). De schilder, tekenaar en graveur Herman Saftleven (1609-1685) gaf Hansken weer in een met 1646 gedateerde gravure in twee posities. Het gaat om de meest gedetailleerde afbeelding van Hansken. Al plaatste Saftleven de olifant in een fantasielandschap, hij moet Hansken naar het leven hebben getekend en gegraveerd. Utrecht is in 1646 de woonplaats van Saftleven. In hetzelfde jaar heeft Saftleven de Utrechtse Wittevrouwenpoort afgebeeld. Het is dus denkbaar dat Saftleven de olifant in Utrecht zag, al is dat niet zeker.
Dat het niet om zomaar een olifant gaat, maar om een specifiek dier, blijkt uit de tweede staat van de gravure. Die heeft een Latijns onderschrift met de mededeling dat dit dier “naar de Hollanders werd gebracht”.
1) “Anno 1646 heeft dien olijphant, die nu eenige iaren hier te lande geweest is, op een tijt naemaelcander uuijtgedroncken een gehelen ancker brandewijns, die hem den Prince van Oragnien vereert hadde, hij ginck voorts daerop neder liggen slapen, sonder iets meer daer van te weten.” Notitie Ernst Brinck. Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe (Gemeentearchief Harderwijk), Oud-Archief, Adversaria van Dr. Ernst Brinck, inv.nr. 2060, stuk XVII (op los blaadje).