27. Wat doet een olifant in de Oranjezaal?

Stadhouder Frederik Hendrik overleed in 1647. Dat was de aanleiding om de centrale koepelzaal van Huis ten Bosch in Den Haag te decoreren met een groots programma van geschilderde voorstellingen die zijn leven en verdiensten verheerlijken. De schilderingen werden tussen 1648-1652 vervaardigd door een aantal schilders onder strakke regie van architect en schilder Jacob van Campen en Amalia van Solms, de weduwe van Frederik Hendrik.

Een van de schilders was Theodoor van Thulden uit Den Bosch. Hij leverde vijf grote doeken, waaronder de Triomfstoet met olifant dat 1651 gedateerd is. Het was zonder meer toepasselijk om een olifant af te beelden. In de emblematiek staat de olifant namelijk symbool voor ‘goedentierenheid’, een deugd waarover de vorst diende te beschikken. Als onderdeel van een triomfstoet staat de olifant bovendien symbool voor vrede. Frederik Hendrik wordt in de Oranjezaal vooral als vredesstichter herdacht. Verder zijn er nog een aap en een papegaai op dit doek afgebeeld. De exotische dieren verwijzen gezamenlijk naar de overzeese wingewesten.

Jacob van Campen ontwierp het geheel in samenspraak met Amalia van Solms. De schilders kregen ontwerpen toegestuurd die ze moesten uitvoeren. De idee om een olifant weer te geven zal dus van hen afkomstig zijn. In de uitgebreide literatuur over de betekenis van het grootschalige decoratieprogramma van de Oranjezaal zijn echter niet alle redenen om dat te doen naar voren gebracht.

In mei 1648 werden de al op maat gemaakte doeken geleverd aan de schilders en vanaf de zomer van dat jaar gingen ze aan de slag. In mei 1648 was Hansken in Den Haag, waar Jacob van Campen en Amalia van Solms het dier gezien kunnen hebben. Een jaar eerder was Hansken in Den Bosch, waar Theodoor van Thulden zijn atelier had. Hansken trok in deze periode door de Nederlanden. Duizenden mensen hadden het dier gezien of er op zijn minst over gehoord. Een olifant afbeelden was op dat moment actueel.

Nog belangrijker zal zijn geweest dat Frederik Hendrik Hansken in 1633 naar Holland had laten brengen door de VOC. Tussen 1633 en 1636 verbleef Hansken bij zijn stadhouderlijk paleis in Rijswijk. Niet lang voor zijn dood zag Frederik Hendrik Hansken nog een keer, waarschijnlijk voor het laatst. Bekend is namelijk dat hij Hansken in 1646 vereerde met een grote hoeveelheid drank waardoor het arme beest geheel van de kaart raakte.

Betekent dit alles dat de door Van Thulden geschilderde olifant een portret is van Hansken? De olifant lijkt een Indische te zijn. De olifant heeft echter ook (verkeerd geplaatste) slagtanden. Hansken had geen grote slagtanden. Het is dus zeker geen portret van Hansken, en mogelijk beschikte Van Thulden niet eens over een goed voorbeeld om naar te werken. Maar dat Hansken een belangrijke inspiratiebron was, staat wel vast.

23.-Deel-van-de-triomfstoet-met-olifant-en-schilderijen.-Theodoor-van-Thulden