Vóór Hansken was er ook een olifant in Europa die kunstjes kon vertonen. Deze Indische mannetjesolifant was in 1623 door de Spaanse koning Philip IV geschonken aan de Engelse koning James I. Een paar jaar later kwam dit dier in handen van de Franse hertog De Chevreuse. Die verhuurde de olifant eerste aan een Hollandse koopman in Parijs met de naam Jean van Sevender, en vervolgens aan een zekere George Pierre, die ermee rond ging trekken en er later ook de eigenaar van werd. Deze olifant had de naam Don Diego. De Franse begeleiders namen het dier in 1628 mee naar Antwerpen en Maastricht. In 1629 werden steden in Duitsland en Oostenrijk aangedaan. Daarna trok het gezelschap over de Alpen en kwamen ze via Bologna in Rome. Het dier is het laatst gezien in Parijs in 1635 en werd onder anderen vereeuwigd door de Franse schilder Poussin.
Lees over deze olifant het uitvoerige artikel van Louise Rice, ‘Poussin’s Elephant’, in: Renaissance Quarterly, 70 no. 2 (summer 2017), pp. 548-593.