Op 13 juli 1647 wordt de verkoop van een huis en erf gelegen aan het einde van de Molenstraat tegenover de Visschersdijck in de Haagse transportregisters opgenomen. Cornelis van Groenevelt had het gekocht van zijn zwager Herman Wouterssen. Bruijnzeel. Bruijnzeel zelf woont in twee huisjes ten zuiden van het perceel. De koopprijs bedraagt 1000 gulden en het onroerend goed is belast met een schuldbrief van 1000 gulden op naam van een zekere Pieter Backer (1). Bruijnzeel had nóg een huis verkocht. Op 20 mei 1647 verkoopt hij een huis met erf gelegen aan de westzijde van Noorteijnde in Den Haag aan Hector Voocht voor 2500 gulden. Dat huis was ook belast met 1000 gulden op Pieter Backer (2). Het wordt ingetekend in de transportregisters op 1 juni.
Het is niet waarschijnlijk dat Wilhelmina Sasbout dit huis bewoont. De vader van Cornelis verhuurt het per 1 mei 1649 aan een zekere Lambert Pieterssen van Outheusden (3). Het huis wordt in 1657 verkocht door Wilhelmina van Groenevelt aan een zekere Thomas Borsy (4).
1) Gemeentearchief Den Haag, Transportregisters, nr. 2237.
2) Gemeentearchief Den Haag, ONA 135, f. 391 (notaris Dirck Gijsbertsz. van Schoonderwoert) Harmen Wouterssen Bruijnseel verkoopt huis en erf aan de westzijde van Noordeinde is belast “eerst met acht halft grooten s. jaers aencomende den pastorije van s Gravenhage, noch met achtien gulden XV st[uivers] s jaers aencomende mr. Dirck van Roosendael, advocaet voorden Hove van Hollandt noch met sessentnegentich guldens Xvijf st. 8 p. s jaers toecomende joffr. de Proost, opt capitael vant welcke hondert daelders is gelost, noch met duijsent gulden capitaels aencomende Pieter Backer, ende dan eintel[ijk] noch met acht hondert guldens capitaels aencomende Dirck Robijn, wesende de v[oor]s[eide] huijsinge ende werve wijders vrij ende onbeswaert (…)”. Transportregisters nr. 2224 (1 juni 1647).
3) “Jacob Gerritssen van Groenevelt, woonende aen de Geestbrugge d’welcke heeft verhuyert zulcx hij doet bij desen seeckere huijsingen staende ende gelegen aende zuijtsijde t’ende de Moolestraet alhier aen Lambert Pieterssen van Outheusden, woonende hier inden Hage, mede compareerde ende bekende tselve huijsinge gehuert te hebben voor de tijt van een jaer, innegaende prima meij eerstcomende, ende expirerende ultima april 1650 daeraenvolgende ende dat voor de somme van t’negentich carolus guldens tot XX stuijvers ’t stuck, te betaellen alle vierendeeljaers een gerechte vierdepaert vandien, precijs.” Met optie tot verlenging van 1 of 2 jaar. De verhuurder zal de nodige reparaties aan dak, glas en vloer verrichten. Gemeentearchief Den Haag, ONA 180, fol. 363r-v (notaris Dirck Annocque). Huurovereenkomst tussen Jacob Gerritssen van Groenevelt en Lambert Pieterssen van Outheusden van 17 april 1649.
4) Gemeentearchief Den Haag, Transportregisters, nr. 856. Datum transport 12 april 1657.