Cornelis Jacobs van Groenevelt krijgt 3 november 1640 toestemming van Gedeputeerde Staten van Groningen en Ommelanden om de pikeursplaats voor zijn olifant te mogen gebruiken voor drie à vier dagen (1). De pikeursplaats is het plein bij de paardenstal van het prinselijk hof in Groningen. De vermelding is een vondst van de Groningse historica Nienke L. Smit, gedaan in het kader van haar onderzoek naar het Prinsenhof.
De vroegere eigenaar van de olifant, Frederik Hendrik van Oranje (1584-1647), reist op 16 november 1640 naar de stad Groningen om er als stadhouder van Groningen en Ommelanden ingehuldigd te worden. Het is echter onbekend of de olifant de feestelijke intocht van 22 november in de stad Groningen nog opgeluisterd heeft.
Dat Van Groenevelt de eigenaar van de olifant is, blijkt uit een Florentijns document van 18 december 1655, in 2013 opgemerkt door de emeritus prof. Detlef Heikamp. Daarin heet de eigenaar van de dan onlangs overleden olifant “signor capitano Cornelio Vangroentpelt”. Groentpelt is een fonetische weergave van Groenevelt. De eigenaar van de olifant, die ook afgebeeld staat op de anonieme en ongedateerde reclameprent gaf zich in Görlitz en Regensburg uit als ritmeester die in oorlogen had gediend. Een ritmeester is een kapitein van de ruiterij of cavalerie, een hoge militaire rang. Waarschijnlijk had Van Groenevelt in het Staatse leger had gediend en had hij paarden getraind als pikeur. Dan zal de stap om een olifant kunstjes aan te leren niet zo groot geweest zijn. Van Groenevelt kocht de olifant omstreeks 1636 en sloeg tien jaar later, in Münster, een aanbod af om Hansken te verkopen.
1) “Cornelis Jacobs van groenevelt is geconsenteert de picquer plaets om aldaer een Olijphant te laten sien voor drie, ofte 4 dagen bes tot revocatie.” Regionaal Historisch Centrum, Groninger Archieven, Staten van Stad en Lande, 1594-1798, inv.nr. 126 “Acteboek”, Resolutieboek van gedeputeerde staten (24 april 1639-8 augustus 1643), f. 443r. Vermeld in: G.M. Doornbos, ‘De laatste stadspikeur van Groningen, in: Groningse Volksalmanak 1913, pp. 150-165, ald. p. 153, en in 2012 door Nienke Smit gepubliceerd op haar site nienkelinde.wordpress.com.