De voogdij van Mol, Balen en Dessel (het dorpsbestuur) betaalt Cornelis van Groenevelt 2 gulden en 10 stuivers voor het laten zien van Hansken, toen hij het dorp passeerde (1). De olifant werd waarschijnlijk in of bij de gebouwen van de Latijnse school aan de scholieren vertoond, en ongetwijfeld ook aan dorpsbewoners (2). Vier dagen later is Hansken in het circa 75 kilometer verder gelegen Maastricht. De olifant kon wel 60 kilometer per dag afleggen, blijkt uit een bericht uit Ulm.
1) “Den 2en [meert] Passeerde hier de Eliphant, aen[de] schole doen sien den selven aen[den] m[eeste]r gegeven – 2 – 10”
Gemeentearchief Mol, Oud archief Voogdij Mol, Balen en Dessel (15de-18de eeuw), nr. 67 (rekeningen van de voogdij 1648), f. 65r.
2) L. De Boulle en S. Geys, ‘Een Indische olifant in Mol in 1648’, in: Molste Tijdingen 2021, pp. 58-69, aldaar p. 65.
Literatuur:
R. Knaepen, Moll-Baelen-Desschel, Mol-Balen 1982, p. 472: “Een troost voor de Molse schoolkinderen was de doortocht op 2 maart 1648 naar het Antwerpse feest van een ‘elephant’. De kinderen kregen vrijaf om het wonderlijke dier bij een oponthoud te Mol te bekijken en de schoolmeester en meesteressen werden namens de gemeente op 1 pot wijn getrakteer.”
E. Put, De cleijne schoolen. Het volksonderwijs in het hertogdom Brabant tussen Katholieke Reformatie en Verlichting (einde 16de eeuw – 1795), Leuven 1990, p. 257: “In Mol werden op een mooie dag in 1648 de lessen geschorst omdat er een olifant (een kermisattractie?) door het dorp passeerde. Schoolmeesters en kinderen lieten die gelegenheid vanzelfsprekend niet voorbijgaan en gingen het vreemde dier bewonderen. Het was nog didactisch verantwoord ook.”