In het zeventiende-eeuwse handschrift van Christopher Battier staat dat de olifant op 14 februari naar Basel werd gebracht (1). Een tweede inwoner van Basel, Nicolaus Brombach, kopieerde in zijn aantekeningenboek de volledige tekst van de Duitse reclameprent uit 1651 (Faust 660.3) (2). Twee exemplaren van deze prent worden in de Universitätsbibliothek Basel bewaard (3). Een publicatie uit 1872 citeert een anonieme inwoner van Basel, maar zonder een nadere aanduiding van die bron te geven (4). Dat de olifant in 1652 in februari in Basel was, blijkt ook uit het opschrift op een prent van Jeremias Glaser (5). Daarop ziet Hansken er oud en afgetobd uit; eenzijdig voedsel (brood) en de zonder twijfel zware tocht door de Alpen in de winter van 1651-1652 zal haar conditie niet ten goede zijn gekomen.
1) 1652. D. 14 Febb. Ist ein Elephantt anhero gebracht worden, welcher in Gegenwarts des Churfürsten in Sachsen in Dresden 7000 # gewogen.
Christoph Battier, Calendarium historicum, p. 479. Offentliche Bibliothek der Universität Basel, SIGN: H IV 32.
2) “1652 ward diess tages ein Elephant nach Basel gebracht, welcher a[nno] 1630 inn das Insel Selon geboren […]”
Nicolaus Brombach, Diarium historicum, p. 128. Offentliche Bibliothek der Universität Basel, SIGN A lambda IV 12.
3) Opgave uit Faust: Basel, Universitätsbibliothek, Saec. XVCC, Nr. 1. Volgens de bestandscatalogus zijn 2 exemplaren aanwezig.
4) “Aus der Thierwelt wird (…) gemeldet. (…) und 1652 ein Elephant der Insel Ceylon, 30 Centner schwer. ‘Er zeiget, dass dasjänige nicht wahr seye, was man sonsten von ihnen schreibet, nämlich: wann sie fallen, so können sie nicht mehr aufkommen; dann dieser liegt sich nieder und stunde wieder auf. Er konnt bis in 30 lectiones machen.’” Uit: K. Buxtorf-Falkeisen, Baslerische Stadt- und Landgeschichten aus dem XVI. Jahrhundert, deel 2 (1872), p. 59.
E.A. Meier, Freud und Leid: kuriose und seriöse, erheiternde und erschütternde Geschichten aus dem Alten Basel und seiner Umgebung von den Anfängen der Stadt bis zum Untergang des Ancien Régime (1798), Vol. 1, Basel 1981, p. 117, verwijst naar de eerste drie hier genoemde bronnen en geeft een compilatie daarvan als citaat, maar is niet bekend met de gravure van Glaser.
5) “diser Elephant. ist .1630. uaf der. Jnsel Selon in India. jung Worden. Sein gerade höohe ist .9. schu. das ohr .1. schu breit und lang. die dicke des leibs .20. schu. er wiegt über 70 Centner. und kan merdan .36. schöne kunstück als hier theils zu sehen seind. und hölich zur verwunderung. die grosse Allmacht Gottes uns menschen vor die augen stelt. / Jeremias Glaser fe: ad Viv: den 19. Febr. Bas: 1652.” Collectie dr. I. Faust. Handschriftenabteilung, Bayerische Staatsbibliothek, München, nr. 138. Afgebeeld in: I. Faust, Zoologische Einblattdrucke und Flugschriften vor 1800, Vol. 4 (Stuttgart 2002), nr. 665 (p. 346); M. Roscam Abbing, Rembrandts olifant. In het spoor van Hansken, Amstelveen 2016, p. 92.