Met Hansken is behoorlijk gesold, en dat ze geleden moet hebben is wel duidelijk aan de hand van enkele berichten. Zij werd bijvoorbeeld regelmatig dronken gevoerd, in 1646 was dat op kosten van de stadhouder. Meerdere keren per dag klommen hordes kinderen op haar slurf, kop en nek. Door eenzijdige voeding ontwikkelde zij een opgezette buik, een zogeheten hooibuik. Ook laten prenten zien dat haar nagels uitgroeiden. Uiteindelijk is zij in 1655 overleden aan de gevolgen van een ontstoken teennagel. Ze was toen 25 jaar oud, terwijl Indische olifanten normaal gesproken wel 60 jaar oud worden.
Mogelijk stond Hansken tussen de voorstellingen en gedurende de nacht aan een ketting vast en kon zij zich dan amper bewegen. En sinds zij in 1633 voet op Europese bodem zette, heeft Hansken nooit meer een andere olifant ontmoet. Hansken had in nóg een opzicht pech; er was toen nagenoeg niets bekend over de vraag hoe je olifanten moet verzorgen. In geen van de eigentijdse berichten over Hansken wordt overigens enige empathie of begrip getoond voor het leed dat zij moest ondergaan.