Er zijn enkele berichten over het voer dat Hansken kreeg. In Rijswijk krijgt de olifant elke dag 24 broden van 8 pond te eten. In 1641 eet Hansken dagelijks echter 36 tot 40 pond brood. De opgegeven gewichten kunnen echter per plaats verschillen en zijn onderling niet zonder meer vergelijkbaar. Ook in 1651 eet Hansken brood. In 1650 staat niet alleen brood op het menu: afgezien van wit brood, eet de olifant vruchten, fruit en gerst. Zij krijgt hooi en stro als er niets anders beschikbaar is. Uit gravures uit 1646 en 1652 blijkt dat de olifant een hooibuik ontwikkeld heeft. Dat is een ongezond dikke buik als gevolg van te eenzijdig voedsel. Zonder twijfel werd de olifant ook door het publiek gevoerd. In Arnhem wilde een jong meisje Hansken een appel geven.
Vooral hield de olifant van alcohol, en kennelijk was het bijzonder vermakelijk om Hansken dronken te zien. Als iemand de olifant drank beloofde dan was zij heel gehoorzaam. In 1638 wordt Hansken in Hamburg zeer bewonderd omdat zij een paar vaten wijn met haar slurf in één keer naar binnen weet te werken. Met haar snuit bracht Hansken twee kannen bier of wijn in haar mond zonder een druppel te morsen. In 1646 is Hansken een keer totaal laveloos na het drinken van heel veel brandewijn. Iemand uit het publiek moest wel voor de drank betalen. In 1646 was dat stadhouder Frederik Hendrik.