De geleerde Barlaeus schrijft in 1641 dat meer dan tweehonderd mensen één voorstelling bijwoonden. Dit is de enige bron waarin een specifiek aantal mensen genoemd wordt. Zeker als er meerdere voorstellingen op een dag waren, was er bij elkaar veel publiek. In Zittau, bijvoorbeeld, is sprake van honderden mensen die de olifant hadden gezien. De komst van de olifant verspreidde zich natuurlijk als een lopend vuurtje en ook uit de omgeving van de stad kwamen vele mensen op de bijzondere gebeurtenis af. In het bericht over Schweinfurt, waar de olifant in mei 1652 was, staat dat er ook veel mensen uit de omgeving op af kwamen.